De viool
De viool is een strijkinstrument met vier snaren. Het is het kleinste lid van de vioolfamilie, en heeft het hoogste bereik.
De klank wordt voortgebracht door de snaren in trilling te brengen met een strijkstok (arco), of door te tokkelen met de vingers (pizzicato). De houten klankkast dient om het geluid van de trillende snaren te versterken.
De viool wordt doorgaans bespeeld door het instrument tussen kin en schouder te klemmen en met de vingers van de linkerhand de snaren tegen de ebbenhouten toets te drukken om zodoende de snaar te verkorten (en dus hoger te doen klinken).
Wat zijn de grootste verschillen tussen de viool en de altviool?
Een altviool is een kwint lager gestemd dan de viool, CGDA in plaats van GDAE, dus precies een octaaf hoger dan een cello.
De altviool is groter (37 tot 44 cm klankkast lengte ten opzicht van 35 cm bij een viool) en heeft geen vaste maat. Zo zijn er ook altviolen die dezelfde maat hebben als een 4/4 viool, maar een dikkere klankkast hebben.
De altviool klinkt anders dan een viool. Het is niet zo dat de G snaar op een altviool dezelfde klankkleur heeft als een viool. De altviool klinkt donkerder en warmer. Het instrument heeft echt haar eigen geluid ten opzichte van de viool en de cello.
Altviolisten lezen in een andere sleutel: de C sleutel of de altsleutel
Momenteel is er een vacature voor viooldocent.